Er kwam een vrouwtje aangestommeld, ze klemde zich stevig
vast aan haar rollator. Aan haar voeten prijkten, als een tastbare contradictio
in terminis, een paar hagelwitte Nikes. Haar tempo lag laag, maar eindelijk had
ze mijn aanplant bereikt. ‘Zo’, zei ze ’dat ziet er goed uit’. Ik knikte, maar
voor ik een antwoord had bedacht rebbelde ze al verder. ‘Vroeger hield ik ook
erg van tuinieren, maar ja, mijn knieën hè? Toen mijn man nog leefde hadden we
zelfs een moestuintje, en elke dag verse groente!’ Ik gieterde ondertussen wat
door. ‘Ja kind, goed water geven hoor, dat hebben ze nodig met dit weer.’ Ze
had het zich ondertussen gemakkelijk gemaakt op het zitje van haar rollator.
Dit kon nog even duren schatte ik. ‘In de oorlog kwam dat goed van pas dat je
zelf verbouwde, we hadden toch steeds wat te eten. Nu weet niemand meer hoe je
zelf groente moet verbouwen. Die moestuintjes van Albert Heijn, dat lukt toch
niemand? Veels te kleine potjes…’ Ja, dat klopte wel dacht ik bij mezelf. Ik
had van niemand gehoord dat ze een behoorlijke oogst hadden binnengehaald. Maar
ze was al overgestapt op het weer. ‘Morgen gaat het regenen was net op TV.
Gelukkig maar want ik vind het veels te warm. Ik krijg altijd last van mijn
knieën met dit weer, gek hè? Daarom loop ik zo langzaam.’ Ondertussen was ik
aan het wieden geslagen , er werd van mij toch geen antwoord verwacht. ‘Daar
zit nog wat onkruid’, ze wees behulpzaam met een witte schoen naar een plantje
dat ik eigenlijk wel had willen laten staan. ‘Dat moet je weghalen hoor, voor
je het weet zit je hele tuin onder’ doceerde ze.
De buurpoes kwam aanlopen en snuffelde aan een rollatorband. ‘Kijk, een poes’ zei ze, ‘kom dan poezebeest’ en ze maakte lokkende geluidjes. Schijt ie niet in je tuin? Daar moet je voor uitkijken hoor. Koffiedik strooien, daar houden ze niet van.’ Zuchtend werkte ze zich weer overeind en greep haar stuur vast. ‘Nou meid, ik ga weer verder. Gezellig even met je gepraat te hebben. Wil je wel weten dat jij de eerste bent vandaag die ik spreek?’ En daar ging ze weer, voetje voor voetje in haar witte sportschoenen. Jammer van die knieën.
De buurpoes kwam aanlopen en snuffelde aan een rollatorband. ‘Kijk, een poes’ zei ze, ‘kom dan poezebeest’ en ze maakte lokkende geluidjes. Schijt ie niet in je tuin? Daar moet je voor uitkijken hoor. Koffiedik strooien, daar houden ze niet van.’ Zuchtend werkte ze zich weer overeind en greep haar stuur vast. ‘Nou meid, ik ga weer verder. Gezellig even met je gepraat te hebben. Wil je wel weten dat jij de eerste bent vandaag die ik spreek?’ En daar ging ze weer, voetje voor voetje in haar witte sportschoenen. Jammer van die knieën.
Ik moet meteen denken aan een verhoogde moestuin, of zo'n moestuinbak, waar je staand of zittend aan kan tuinieren. Ik hoop dat ze een timmerman (m/v) vindt die er een voor haar kan maken (zie bijv. www.makkelijkemoestuin.nl/moestuinbak, en ook deze 89-jarige kent (weer) het geluk van tuinieren,
BeantwoordenVerwijderenwww.makkelijkemoestuin.nl/makkelijke-moestuin-blog/opa-s-tuintje).