Het is bijna oktober, maar vandaag leek het nog hoogzomer op het terras bij Tijn Akersloot.
Ik zag opvallend veel mensen staand op een surfboard peddelen, dat blijkt de nieuwste rage te zijn: Stand Up Paddle oftewel SUP.
Dikke pil, dit debuut van Peter Buwalda. Ik las het omdat het één van de zes genomineerden was, en ik moet zeggen, van de vier boeken die ik tot nu toe heb gelezen vond ik dit wel de beste.

De nieuwste film van Woody Allen, Midnight in Paris, speelt zich af in Parijs, schilderachtig in beeld gebracht, zelfs in de regen. Hoofdpersoon Gil Pender is met zijn verloofde en haar ouders in Parijs. Als een vervelende kennis zijn gezelschap opdringt gaat Gil zijn eigen gang en dan verandert het verhaal in een soort sprookje: klokslag 12 uur rijdt er een antieke auto voor en Gil wordt uitgenodigd om in te stappen. Hij blijkt zich dan in het gezelschap te bevinden van Scott Fitzgerald en zijn vrouw Zelda, jawel, het beroemde schrijversechtpaar uit het begin van de vorige eeuw. En daar blijft het niet bij want er duikt een stoet van andere coryfeeën op: Hemingway, Gertrude Stein, Picasso, Josephine Baker, noem maar op. Gil voelt zich betoverd en keert er elke avond weer naar terug. Dan wordt hij verliefd op Adriana, de minnares van Picasso, die op haar beurt weer terugverlangt naar de Belle Epoque, waar ze dan ook in verzeild raken. Ach, in een sprookje kan alles en zoals de meeste sprookjes loopt ook deze goed af voor de hoofdpersoon.
Het tweede boek van de zes genomineerden heb ik net uit: Zomerhuis met zwembad, van Herman Koch.
Zo, het eerste boek van de stapel genomineerde titels heb ik uit. Het is best aardig, Déjà vu van Esther Verhoef maar echt niet spectaculair. Vrouw gaat op zoek naar verdwenen vriendin in naargeestig dorp in Frankrijk. Ze krijgt hier geen enkele medewerking van buren of dorpsgenoten. Er wordt nogal wat bij gehaald, genmanipulatie van gewassen bijvoorbeeld en terroristische cellen, maar dat wordt verder niet erg uitgewerkt. Voor de vriendin loopt het slecht af, maar zijzelf heeft gelukkig een beschermengel. De dader is iemand die je het minst verdenkt, maar eigenlijk is dat heel cliché, net zoals het hele boek eigenlijk. En waarom zou het toch Déjà vu heten?
Een klein maar fijn museum dat we in Dublin bezochten is het Postmuseum. Gevestigd in, logisch, het General Post Office, het hoofdpostkantoor. Hier wordt je haarfijn duidelijk gemaakt hoeveel invloed de groei van de post had op de ontwikkeling van het land. Zo was een brief krijgen een reden om te gaan leren lezen en was het voor het vervoer van de post belangrijk om goede bestrating te hebben voor de postkoetsen. Om de brief nog sneller bij de lezers te krijgen was de ontwikkeling van de spoorwegen van groot belang. Uiteindelijk werd de post een instituut waar zelfs bij gespaard kon worden en verzekeringen werden afgesloten.
ag 30 mijl om zijn wijk te doen!